De betrokken experts over ons voedingsproject

In het project 'Smakelijk eten bíj en gezond eten ná kanker' (zowel editie 1 als editie 2) organiseert Candras workshops rond de veranderingen in het voedingsevenwicht die mensen ervaren na een kankerbehandeling. Vier betrokken experts leggen de meerwaarde van dit project uit:

- Domien Van Dijck, voormalig oncodiëtist in AZ Maria Middelares: "Veel mensen zien de ernst niet in van te weinig eten bij kanker"

- Lobke Van den Wijngaert en Peter Boeren, beiden chef gastro-engineering: "Het is niet omdat je ziek bent dat je niet meer wil genieten van eten."

- Katrien De Caestecker, ayurvedisch therapeut: "Met specerijen kun je inspelen op je spijsvertering"

“Veel mensen zien de ernst niet in van te weinig eten bij kanker”

Domien Van Dijck - Voormalig oncodiëtist in het AZ Maria Middelares (Gent) - Verzorgt de individuele begeleiding van de deelnemers aan ons project.

"In kankersituaties is voeding nog altijd geen makkelijk thema", zegt Domien. "Veel mensen proberen zichzelf te helpen en gaan op zoek naar informatie. Maar vaak is er een gebrek aan eenduidige richtlijnen. Daardoor ontzeggen sommigen zichzelf tijdens de behandeling bepaalde voedingsmiddelen zonder dat het nodig is. Dat kan risico's met zich meebrengen."

"Andere mensen met kanker denken dat hun lichaam zelf wel zal aangeven wat het wel of niet nodig heeft. Als ze door een chemobehandeling enkele dagen geen eetlust voelen, redeneren ze dat hun lichaam die voeding niet nodig zal hebben. Maar qua voeding moet een bepaalde basis gegarandeerd blijven. Veel mensen zien de ernst niet in van te weinig eten tijdens een kankerbehandeling.”

Domien Van Dijck: “Ondervoeding tast je immuunsysteem aan en doet je spiermassa krimpen. Dat heeft een grote impact op hoe goed je een kankerbehandeling kunt blijven volgen.”

"Op het vlak van voeding moet een bepaalde basis gegarandeerd blijven.”

“Sowieso blijft voeding in kankersituaties nog vaak een probleem dat onvoldoende behandeld wordt. Daarom is het belangrijk dat zorgprofessionals zich voldoende bewust zijn van de ernst van een voedingsprobleem. Dan komt het proces om er iets aan te doen makkelijker op gang.”

Tijdens het Candras-project volgde je vier mensen op in individuele consultaties. Wat viel je op?

“Verscheidene van hen waren bij de start ondervoed. Toen ik hen dat vertelde, schrokken ze. Bij de term ondervoeding denk je eerder aan opgezwollen buiken in een of ander ontwikkelingsland. Maar het hoeft niet zo extreem te zijn.”

“Ondervoeding tast je immuunsysteem aan en doet je spiermassa krimpen. Dat heeft een grote impact op hoe goed je een kankerbehandeling kunt blijven volgen.”

“Eens mensen wakker geschud zijn en duidelijk horen dat ze zelf iets kunnen veranderen aan hun situatie, schieten ze ook echt in gang."

Domien Van Dijck: "Het is belangrijk dat zorgprofessionals zich voldoende bewust zijn van de ernst van een voedingsprobleem. Dan komt het proces om er iets aan te doen makkelijker op gang.”

"Op amper één maand maakten de deelnemers aan de eerste editie van dit project een enorme klik. Een van hen at vóór dit project enkel drie boterhammen per dag. Vandaag eet ze al veel volwaardiger. De deelnemers gaven op het eind ook allemaal aan zich beter te voelen.”

"Voedingsadvies is vaak het hardst nodig op momenten dat mensen niét in het ziekenhuis zijn.”

Welke rol zie jij in dit verhaal weggelegd voor de ondersteuningshuizen voor mensen met kanker?

“In een ziekenhuis is het niet evident om op een maand zo’n impact te realiseren. De contacten met de mensen zijn daar vluchtiger. Wanneer je een kankerbehandeling ondergaat, komen er in dat ziekenhuis ook een hoop dingen op je af. Bovendien is voedingsadvies vaak het hardst nodig op momenten dat mensen tussen twee behandelingen door niét in het ziekenhuis zijn.”

“Om al die redenen kan het interessant zijn om het aanspreekpunt wat betreft voeding een beetje te verplaatsen naar een meer open setting, bijvoorbeeld een ondersteuningshuis voor mensen met kanker.”

Domien Van Dijck: "Bij mensen met kanker zie ik vaak een passieve houding. Ze denken dat hun lichaam zelf wel zal aangeven wat het wel of niet nodig heeft."

“Het is niet omdat je ziek bent dat je niet meer wil genieten van eten”

Lobke Van den Wijngaert & Peter Boeren - chefs gastro-engineering - Verzorgen in ons project een hapjesbuffet op basis van smaaksturing - Lobke begeleidt ook de smaaktest.

Lobke is ‘chef gastro-engineer lang traject’. Dat betekent dat zij een specifieke opleiding volgde om als chef te werken in de zorgsector. 

Chef gastro-engineer Lobke Van den Wijngaert (l.) neemt smaaktesten af bij de deelnemers aan het project ‘Smakelijk eten bíj en gezond eten ná kanker’.

Lobke legt zich toe op smaakproblemen. “Hoewel het probleem bij kankerbehandelingen erg vaak voorkomt, is het nog vrij onbekend”, vertelt ze. “Veel zorgprofessionals weten niet wat ze ermee moeten. Ze zeggen al snel: ‘Die smaak komt wel terug, het is maar een bijwerking.’”

Als bijwerking is smaakverstoring minder zichtbaar dan haaruitval, maar daarom niet minder ingrijpend. 

Lobke: “Met smaakproblemen krijg je verscheidene keren per dag te maken. Veel mensen met kanker zeggen dat ze enkel nog eten om te overleven. Maar het is niet omdat je ziek bent dat je niet meer wil genieten van eten. Een man vertelde dat hij niet meer ingaat op de uitnodigingen van zijn zus om op restaurant te eten. Zoiets vreet aan je levenskwaliteit.”

"Veel mensen met kanker zeggen dat ze enkel nog eten om te overleven."

“Het is belangrijk dat oncologen en verpleegkundigen dergelijke zaken niet banaliseren. Ze moeten weten dat wij, gastro-engineers, professionals zijn die de nodige kennis hebben om het probleem aan te pakken.”

Lobke Van den Wijngaert: "Het is mogelijk dat je na een kankerbehandeling nooit meer de chocomousse proeft zoals je die vroeger proefde. Maar dan kun je nog altijd op een andere manier chocomousse maken die ook lekker smaakt.”

"Als je ingrijpt bij smaakverstoring, staat één motto voorop: ‘Lekker is de trekker’."

Peter Boeren: “Als chef gastro-engineers volgden we een hogere studie. Dat zorgt ervoor dat we met artsen gegrond kunnen discussiëren over voeding.”

“Als je ingrijpt bij smaakverstoring, is het belangrijk om één motto voorop te stellen: ‘Lekker is de trekker’. Al de rest komt daarna, zelfs de vraag hoe gezond je voeding is.”

Tot hoelang na een kankerbehandeling kan smaakverstoring aanwezig blijven?

Lobke: “Ik ken een dame die tweeënhalf jaar na haar behandeling nog altijd een smaakprobleem heeft. Ze is niet alleen. Sommige medicatie werkt ook op celniveau. Dat kan voor een blijvende smaakverandering zorgen."

Peter Boeren: “Als chef gastro-engineers volgden we een hogere studie. Dat zorgt ervoor dat we met artsen gegrond kunnen discussiëren over voeding."

"Het is mogelijk dat je na een kankerbehandeling nooit meer de chocomousse proeft zoals je die vroeger proefde. Maar dan kun je nog altijd op een andere manier chocomousse maken die ook lekker smaakt.”

Welke rol zien jullie in dit verhaal voor de ondersteuningshuizen voor mensen met kanker?

Lobke: “Het is heel waardevol als zij momenten organiseren waarop kan gesproken worden over dit thema. Tijdens mijn presentatie hier in Het Majin Huis zag ik veel mensen knikken. Doordat iemand er komt over praten, wordt hun probleem ineens ook erkend. En ze zitten dan te luisteren in een zaal vol mensen die hetzelfde meemaken.”

“Als ondersteuningshuizen daarnaast goed op de hoogte zijn van wat chefs gastro-engineering doen en waar ze te vinden zijn, kunnen ze mensen ook op een goede manier doorverwijzen.”

"Met specerijen kun je inspelen op je spijsvertering"

Katrien De Caestecker - Ayurvedisch therapeut - Begeleidt drie kookworkshops in ons project.

“In mijn kookworkshops kunnen de mensen de bevindingen uit de smaaktest echt in de praktijk omzetten”, legt Katrien De Caestecker uit. “Ik reik hen recepten aan waarin smaken zitten die ze als lekker hebben bestempeld. Zo krijgen ze heel concrete tips over hoe ze thuis met die smaken aan de slag kunnen.”

“Ik waak er ook over dat de recepten niet te moeilijk zijn, zodat het haalbaar blijft. Ook kun je kiezen voor maaltijden waarvan je zowel ’s middags eens kan eten als ’s avonds. Zo spaar je energie, want na een kankerervaring barst je niet van de fut."

Katrien De Caestecker: “ “Ik reik de deelnemers aan het project recepten aan waarin smaken zitten die ze als lekker hebben bestempeld tijdens de smaaktest.".

“Fijn aan dit project is de brede aanpak."

“Fijn aan dit project is de brede aanpak. Vooraleer ik van start ga met de kookworkshops, is er een overleg met de andere experts. Daarbij bespreken we niet enkel de resultaten van de smaaktest bespreken, maar besteden we evengoed aandacht aan de spijsvertering. Dat vind ik als ayurvedisch therapeut erg belangrijk. Mensen kampen weleens een opgeblazen gevoel, krampen, misselijkheid, voeding die op de maag blijft liggen of een gebrek aan honger. Met specerijen of manieren van bereiden kun je daarop inspelen.”

Katrien De Caestecker: “In mijn kookworkshops kunnen de mensen de bevindingen uit de smaaktest echt in de praktijk omzetten.”